Veel gemeenten verhogen de lasten voor huizenbezitters dit jaar fors, om hun begroting te kunnen dekken.
De Vereniging Eigen Huis (VEH) heeft een overzicht gemaakt van gemeenten waar de woonlasten het hardst stijgen of dalen.
De woonlasten nemen het meest toe in de provincie Groningen: met 17,2 procent.
Veel gemeenten verhogen de lasten voor huizenbezitters dit jaar fors, om hun begroting te kunnen dekken. Volgens het jaarlijkse woonlastenonderzoek van Vereniging Eigen Huis (VEH) stijgen de onroerendezaakbelasting (ozb) en afvalstoffenheffing in veel gemeenten met meer dan 10 procent.
De ozb gaat gemiddeld met 5,3 procent omhoog en de afvalstoffenheffing met 7,8 procent.
In totaal verhogen 53 van de 363 gemeenten de ozb dit jaar met meer dan 10 procent. In Amsterdam, Ermelo, Renkum en Nunspeet is de ozb dit jaar zelfs meer dan 20 procent hoger dan in 2020.
Veel gemeenten zitten in de financiële problemen door de toenemende kosten van onder meer de jeugdzorg. Ook zijn ze veel geld kwijt aan de ondersteuning van mensen die niet zonder begeleiding zelfstandig kunnen wonen.
Steeds meer gemeenten zeggen hierdoor geen andere keuze te hebben dan de ozb te verhogen. De kosten op dit vlak zouden jaarlijks met zo'n 7 procent toenemen.
Bij de stijging van de afvalstoffenheffing speelt mee dat gemeenten zelf meer belasting moeten betalen voor het storten en verbranden van afval. Die belasting steeg vorig jaar van 13 naar 31 euro per ton afval. De rijksoverheid wil hiermee recycling bevorderen. Gemeenten berekenen dit vervolgens door in het tarief van de afvalstoffenheffing.
Hieronder vind je op basis van het dataoverzicht van de VEH het lijstje van de grootste stijgers en dalers per provincie:
Drenthe
Flevoland
Friesland
Gelderland
Groningen
Limburg
Noord-Brabant
Noord-Holland
Overijssel
Utrecht
Zeeland
Zuid-Holland
Woonlasten stijgen het hardst in Groningen
Wat opvalt is dat de grootste stijger ook het meest noordelijk zit: de provincie Groningen beleeft een gemiddelde lastenstijging van maar liefst 17,2 procent ten opzichte van vorig jaar.
De uitschieter in deze provincie is de gemeente Haren waar het leven voor de inwoners 31,2 procent duurder wordt. Wie daar wil wonen, mag per jaar 906,73 euro aftikken. Daarmee is Haren ook meteen landskampioen Gemeentelijke Lastenstijging. Proficiat!
Toch is Haren nog altijd 20 euro goedkoper dan collega-gemeente Westerwolde waar de inwoners 928,73 euro aan gemeentelijke lasten betalen.
Laagste stijging is in Flevoland
De laagste gemiddelde stijging van 5,48 procent staat op naam van Flevoland. De grootste stijger in deze provincie komt met 9,4 procent voor rekening van Zeewolde waar je jaarlijks 853,61 aan kosten hebt. Daarmee is Zeewolde bijna een euro duurder dan Almere, de stad die met een lastenverzwaring van 1,2 procent de kleinste stijging in woonlasten doorvoerde ten opzichte van 2020.
En in welke gemeente moet je het meest betalen? Je zou denken Amsterdam, maar de winnaar dit jaar is het Noord-Hollandse Oostzaan waar de lasten met 12,4 procent stijgen naar 1.124,02 euro. De grootste percentuele stijging in deze provincie komt trouwens voor rekening van de gemeente Opmeer, daar springen de lasten met 16 procent naar 976,16 euro.
Met gemeentelijk lasten van bijna 680 euro is het Gelderse Nunspeet dit jaar het goedkoopst, wel kregen de bewoners een stijging van 11,3 procent voor de kiezen. De duurste gemeente van Gelderland is Renkum waar je 1.084,71 mag neertellen.
En nu we dan toch boven de 1.000 euro aan jaarlasten zitten: in het Zuid-Hollandse Krimpen aan den IJssel betaal je 1.006,13 euro en in het Utrechtse Oudewater 1.039,01 euro. Die heksenwaag moet ergens van onderhouden worden.